HET REUKVERMOGEN

MENS

HOND

- Oogdier
 

- Neusdier

- 3-4 cm2 reukslijmvlies
 

- 18-150 cm2 reukslijmvlies

- 5 miljoen reukcellen

- tot 225 miljoen reukcellen

  • Dashond: 125 miljoen

  • Fox terrier: 147 miljoen

  • Duitse herder: 225 miljoen

- gevoeligheid 1
 

- gevoeligheid 100.000.000

- nauwelijks onderscheidend vermogen
 

- zeer groot onderscheidend vermogen

- bepaalt binnen 0,1 sec. de richting van een geur.

Een hond vormt zich een geurbeeld van zijn omgeving.

Voorbeeld: 1 gram boterzuurmoleculen verdeeld over 10 verdiepingen van een gebouw is voor de mens niet meer waarneembaar. Een hond ruikt dit nog als dit verdeeld wordt over de oppervlakte van Hamburg met verdiepingen tot 100 meter hoog.
 

Het hersenspectrum voor geur bij de hond = 15x groter dan bij de mens.

Onder verschillende omstandigheden kan een mens 5565 geuren afgeven die een hond kan herkennen.

De hond is echt slimmer dan een mens op dit gebied en het is geen fabeltje dat honden angst kunnen ruiken.

Het reukvermogen van een hond is gekoppeld aan de genen die de pigmentatie van de vacht bepalen. Hoe donkerder, des te beter het reukvermogen.

Bij oudere honden neemt het reukvermogen af, doordat bepaalde orgaantjes in de neusholte verschrompelen.

De in- cq uitademingsfrequentie kan oplopen tot 200x per minuut en kost dus erg veel energie van de hond. Honden met verkorte neuzen hebben sneller ademhalingsmoeilijkheden en moeten dus eerder rusten.

Beschadigingen kunnen ontstaan door kunstmest: ammoniak.

Vomeronasaal orgaan (sigaarvormig) bevindt zich op de bodem van de neusholte en begint achter de bovenhoektand. Als de hoektanden weg zijn is ook het reukvermogen sterk verminderd.

 

DE HONDENNEUS:

Een hond leeft in een wereld van geuren. Soortgenoten herkennen, gemoedstoestanden van rivalen detecteren, leuke dingen beleven, vervelende dingen herkennen, alles gebeurt aan de hand van specifieke geuren. Zelf een deel van de communicatie tussen honden vindt plaats aan de hand van geuren. Een eenvoudig voorbeeld van communicatie aan de hand van geur zijn de voor de mens niet te ruiken geurstoffen die loopse teven afgeven. Hoe belangrijk geur in een hondenleven is kan ook afgelezen worden aan het aantal genen dat een hond heeft voor specifieke hondengeuren. Hiervan zijn er bij de hond reeds 1000 gevonden. Bij de mens zijn ook zulke genen gevonden maar hiervan zijn er nog slechts 40% actief.
Een aantal van de geuren is rasspecifiek waardoor de hond onderscheid kan maken tussen een rasgenoot en andere rassen. Om dit met een voorbeeld te illustreren. Als door een geur
wolk bijvoorbeeld receptorcellen 101, 512 en 718 worden geprikkeld dan herkent de hond bijvoorbeeld een soortgenoot terwijl prikkeling van de receptoren 150, 206 en 814 de herder van de buren betekent. Er zijn vele combinaties mogelijk en iedere individuele receptorcel in de snuit van de hond kan meerdere geuren herkennen. Er zijn dus talloze mogelijkheden.
Honden hebben een veel beter reukvermogen dan mensen. Dit wordt veroorzaakt door een aantal verschillen tussen de neus van de mens en de hond. Ten eerste is de neus van een hond langer en bevat de binnenkant van de hondenneus veel meer receptoren voor geur dan de mensenneus. De gemiddelde hondenneus bevat ongeveer 180 miljoen receptoren voor geur terwijl de mensenneus ‘slechts’ 5 miljoen receptoren bevat. Daarnaast blijkt de hond een hersencentrum voor geur te bevatten dat 15 maal groter is dan dat bij de mens. Dit centrum wordt door de hond gebruikt voor het opslaan en verwerken van geuren. Ook heeft de hond in de bovenkant van zijn bek een geheimzinnig sigaarvormig orgaan zitten dat geur herkent. Het gevolg van dit alles is dat wanneer u een hazenpeper aan het koken bent de hond haarfijn de haas, de pepers, de laurier, de uien en de andere ingrediënten weet te onderscheiden terwijl u alleen de stoom ruikt. Feitelijk leeft de hond door zijn geurherkenning in een andere wereld dan de mens.

Omdat de mens zo slecht geuren kan herkennen heeft het heel lang geduurd voordat duidelijk werd wat nu geur is en hoe dit door een hondenneus herkend wordt. Geuren worden veroorzaakt door microscopisch kleine deeltjes, met een karakteristieke vorm en chemische samenstelling, die zich in de lucht bevinden. Deze deeltjes lossen op in de slijmlaag aan de binnenkant van de neus van de hond. Door de karakteristieke vorm passen de deeltjes als een sleutel in het slot op een specifieke groep van de 180 miljoen receptoren in de neus. Wanneer deze deeltjes perfect passen geven de receptoren een signaal af aan de hersenen alwaar herkenning van de geur kan plaatsvinden.

De hond is ook heel goed in het ‘ruiken’ van uw gemoedstoestand. Hoewel wij het vermogen tot waarnemen verloren hebben geven mensen bij angst, opwinding en verdriet verschillende geuren af die de hond feilloos van elkaar weet te onderscheiden. Bij angst bijvoorbeeld geven mensen zogenaamde feromonen af. Het is geen fabeltje dat honden ‘angst’ bij mensen ruiken omdat de hond feromonen in minimale concentraties reeds kan ruiken. Bij andere gemoedstoestanden geeft u andere geurtjes af. Berekeningen hebben aangetoond dat de mens onder verschillende omstandigheden 5565 geuren af kan geven die een hond kan leren herkennen.

Bij de aanschaf van een hond met een goede neus moet u met een aantal factoren rekening houden. Zo zijn er genetische factoren die het reukvermogen van een hond beïnvloeden. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt onder andere dat honden met veel wit in de vacht minder goed een geurspoor kunnen volgen dan donkere honden. De reden is onduidelijk maar zeker is dat het reukvermogen van een hond gekoppeld is aan de genen die de pigmentatie van de vacht bepalen. Daarnaast is het ras bepalend voor het reukvermogen. Een dashond heeft 125 miljoen receptoren in zijn neus, een Fox Terriër heeft 147 miljoen receptoren en een Duitse Herder heeft er 225 miljoen. Dit moet niet geïnterpreteerd worden als een suggestie om maar geen dashonden meer te gebruiken voor zweetwerk. De dashond heeft namelijk nog steeds een veel groter reukvermogen dan de mens.

Hoe de mens door gericht fokbeleid sturing heeft gehad in een samenstellen van de hondenneus kan het best geïllustreerd worden aan de hand van de samenstelling van de neus van de verschillende jachthonden. De jager vertrouwt voor allerlei speurwerkzaamheden volledig op de hondenneus. Wij hebben honden gecreëerd voor allerlei specifieke taken waarvoor een gespecialiseerd reukvermogen vereist is. De neus van verschillende soorten jachthonden is zowel qua structuur als qua biologie sterk verschillend. Zo zijn er de zweethonden die op bloedsporen lopen en zo aangeschoten of verwond wild moeten opsporen. De neus van zweethonden is extreem gevoelig voor de meest lage concentratie aan geurdeeltjes. De receptorcellen van zweethonden zijn extreem gevoelig. Bij een overmaat aan geurdeeltjes raakt de zweethondenneus vaak van slag waardoor zijn onderscheidend vermogen op verschillende geuren tijdelijk verloren kan gaan.

De staande honden hebben weer een hele andere specialisatie van de snuit. Staande honden zijn geselecteerd op hun vermogen om levend, niet gewond wild op te sporen. Wilde dieren liggen in het gewas verscholen en verspreiden een wolk van geurdeeltjes wanneer de wind over de dieren heen waait. De staande honden zijn getraind om met een hoge kophouding door het veld te lopen om de geurwolken van wild te zoeken. Wanneer ze in zo’n geurwolk komen lopen ze van de laagste concentratie deeltjes (het verst van het wild af) naar de hoogste concentratie deeltjes (het dichtst bij het wild). Tijdens dit zoeken moeten de geurdeeltjes razendsnel worden afgebroken in de neus om bij een volgende ademhaling direct de richting en afstand te kunnen bepalen waar naar toe gelopen moet worden. Hoe deze afbraak zo razendsnel kan verlopen is nog niet bekend maar het toont aan dat door onbewuste selectie door de mens zo’n systeem is gevormd en in stand gehouden wordt. Als de staande hond een kritische afstand tot het wild heeft bereikt houdt hij plots halt en probeert heel behoedzaam stap voor stap het wild te naderen en te verhinderen om te vluchten. Ondertussen blijft de hond typerend ademhalen om de precieze afstand tot het wild te bepalen.

bron: http://www.huisdieren.nu